MISKRAMEN

“Elektromagnetische veldstraling heeft een biologisch effect.” Dr. De-Kun Li, senior wetenschappelijk onderzoeker bij Kaiser Permanente Northern California

Uit een onderzoek onder meer dan 900 zwangere vrouwen in het gebied rond San Francisco, dat werd uitgevoerd bij Kaiser Permanente North California en werd gefinancierd door het National Institute of Environmental Health Sciences, is naar voren gekomen dat het aantal miskramen bij vrouwen die werden blootgesteld aan hogere stralingsniveaus van bronnen zoals mobiele telefoons, draadloze apparaten en telefoonmasten in vergelijking met vrouwen die werden blootgesteld aan lagere niveaus van straling verdrievoudigde. Hoewel het onderzoek geen oorzakelijk verband tussen niet-ioniserende straling en miskramen kon vaststellen, legt het wel het verband tussen beide vast. Het onderzoek is bijzonder overtuigend omdat hiermee het effect van EMV op kortetermijn wordt onderzocht dat, in tegenstelling tot bijvoorbeeld kanker dat jaren kan duren om zich te ontwikkelen en langer nodig heeft om te bestuderen, gemakkelijker verbanden kan leggen tussen de blootstelling en de gezondheidsuitkomsten.

Een case-control onderzoek onder ongeveer 600 vrouwen, dat werd gepubliceerd in het Journal of Environmental Health Science and Engineering, toonde een verhoogd risico op miskramen aan dat werd geassocieerd met de blootstelling aan EMV. “Elektromagnetische velden kunnen biologische stress en vrije radicalen veroorzaken, waardoor een vatbare populatie vatbaar kan worden voor aangeboren afwijkingen en weefsel- en celbeschadigingen. Een langdurige blootstelling aan elektromagnetische velden wordt ook in verband gebracht met nog hogere niveaus van oxidatieve stress”.

Het onderzoek heeft bewijs gevonden dat blootstelling aan een magnetisch veld – vooral het type van video display terminals zoals die in computers en televisies – tot een verhoogd risico op een miskraam kan leiden (Lee et al. 2002, Juutilainen et al. 1993, Lindbohm et al. 1992). De nabijheid van hoogspanningslijnen wordt ook in verband gebracht met de kans op een miskraam (Li et al. 2001, Robert et al. 1996). In beide gevallen zijn de verbanden bijzonder sterk voor zwangerschappen in het eerste trimester van de zwangerschap.